Mercè Rodoreda: Tuin aan zee

sbpatroonlijn
rotugroot

Roman in de Spaanse Bibliotheek

Origineel: Jardi vora el mar
Uit het Catalaans vertaald met nawoord door Frans Oosterholt

210 pagina’s, gebonden
ISBN 9789491495502
NUR 302
Euro 14,00

Lees de eerste pagina's (PDF)
Lees het nawoord (PDF)

Niet meer bij de boekhandel.
Dit boek kan direct bij de uitgeverij worden besteld met dit formulier.

rodoreda8groot

Deze eucalyptus heeft veel verdriet en veel vreugde gezien. En hij blijft altijd gelijk. Hij heeft me geleerd te zijn zoals ik ben, met ieder blad als een sikkel en iedere knop als een loden doosje met een harige en rode bloem erin.’

In Tuin aan zee observeert een oude wijze tuinman zes zomers lang een schatrijke familie in een luxueus buitenverblijf aan de Spaanse kust. Ogenschijnlijk leiden ze met hun mondaine vrienden een bruisend leven vol onbezorgde verrukkingen, maar gaandeweg ontwaart de tuinman steeds meer barstjes in het sprookjespaleis van zijn werkgevers. De broeierige sfeer komt tot ontlading als een joviale parvenu besluit om pal naast het hunne een nog weelderiger zomerverblijf te bouwen. Langzaam maar zeker wordt duidelijk dat er tussen sommige bewoners aan weerszijden van de heg banden bestaan waar niet openlijk over gesproken kan worden. En zo doorlaatbaar als de haag van buksbomen tussen de twee belendende percelen, zo dun blijkt de scheidslijn tussen affectie en wreedheid, tussen ambitie en zelfverraad, tussen kalverliefde en kille wraak, tussen leven en dood.

Mercè Rodoreda i Gurguí (Barcelona 1908 - Girona 1983) is de meest gelezen en meest vertaalde Catalaanse auteur. Tuin aan zee verscheen in 1967, een jaar na In de Cameliastraat, maar ze was er reeds in 1959 aan begonnen, na een onderbreking van twintig jaar in verband met de Spaanse Burgeroorlog en de zware jaren van ballingschap: ‘Tuin aan zee is een belangrijk boek voor mij, omdat het de weg heeft vrijgemaakt voor mijn andere romans.’

‘Het schijnt dat maar weinig mensen buiten Catalonië weten wie deze onzichtbare vrouw was, die in prachtig Catalaans zulke mooie en aangrijpende romans schreef zoals er in de huidige literatuur niet veel te vinden zijn.’ Gabriel García Márquez

Vier romans van Mercè Rodoreda zijn bij ons verschenen in fraaie gebonden uitvoering. Een overzicht is te vinden op haar auteurspagina.

rotucovergroot

Recensies

'Rodoreda heeft het vertelperspectief schrander uitgekiend. De tuinman hoort en ziet van alles maar velt geen oordeel, en wij lezers krijgen een ruime interpretatievrijheid. Het jarenlang dagelijks contact met de natuur hebben hem onverstoorbaar gemaakt, net als zijn lievelingsboom, een oude eucalyptus.' Annick Vandorpe op cobra.be, vier sterren. (link)

Zie ook het blog van Annick Vandorpe 'Van boeken en mensen'. (link)

Een mooie recensie door Berthold van Maris verscheen in Trouw van 4 juli 2015. (PDF)

rotutrw

 

Recensie De Boekensalon:
Mercè Rodoreda (1908-1983) is de grand old lady van de Catalaanse literatuur. Hier verwierf ze bekendheid met romans als 'Colometa' en 'Gebroken spiegel'. Uitgeverij Menken Kasander & Wigman brengt nu een aantal minder bekende romans van haar uit. Dit is, na 'In de Cameliastraat', de tweede in de reeks. De roman werd voor het eerst gepubliceerd in 1967 en vertoont opvallend veel parallellen met 'The Great Gatsby' van F. Scott Fitzgerald, zoals vertaler Frans Oosterholt in zijn nawoord uitlegt. Vanuit het perspectief van een tuinman wordt het ogenschijnlijk zorgeloze leven van de schatrijke bewoners van een buitenverblijf aan de Catalaanse kust in kaart gebracht. Dan wordt er een tweede zomerverblijf gebouwd en ontstaan er verhoudingen tussen de bewoners van de twee huizen die het daglicht niet kunnen velen. Rodoreda volgt deze ontwikkelingen in de voor haar zo kenmerkende serene, licht melancholieke stijl. (link)

'Rodoreda schreef een luisterrijk verhaal vervuld van weemoed over onvervulde verlangens en bloemen die vergaan. In een prachtige, poëtische stijl vertaalde Oosterholt deze schitterende klassieker die in 1967 verscheen. En die nu gelukkig weer onder de aandacht komt.'
Ellen de Jong in de Baarnsche Courant (link)